Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dezen nu, die met namen beschreven zijn, kwamen in de dagen van Hizkia, den koning van Juda, en zij sloegen de tenten en woningen [54]dergenen, die daar gevonden werden; en zij [55]verbanden hen, [56]tot op dezen dag; en zij woonden aan hun plaats, want daar was weide voor hun schapen. 54. Te weten, der Chamieten tenten, en versta hier de inwoners der tenten en der woningen. 55. Dat is, zij roeiden hen uit, als hetgeen dat van God verbannen is. 56. Te weten, in welken dit beschreven is; versta, tot de tijden van Ezra, die dit boek beschreven heeft, omtrent welken tijd het rijk van David en zijn nakomelingen een einde genomen heeft. Zie de aantekening boven, vs.31.